· 

Het ambtsgebed – een korte column?

Pro’98 heeft vorige week (opnieuw) de discussie gestart over het ambtsgebed tijdens de gemeenteraadsvergadering. Ik zag vervolgens een mooie kans voor een column ware het niet dat deze column heel kort zou kunnen zijn. Nederland kent immers een scheiding tussen kerk en staat en dan is een ambtsgebed een contradictio in terminus. Er zitten echter drie interessante elementen in dit onderwerp, die ik graag met u wil delen.

 

Element 1: vrijheid van mij naar jou

Iedere politicus wordt gedreven door overtuigingen; anders wordt je geen politicus. Liberalen kennen hierin een unieke variant: zij zijn er van overtuigd dat geen enkele overtuiging absoluut kan zijn. Dit betekent dat een liberaal altijd vrijheid geeft aan anderen voor hun overtuiging. Daarom is er ook vrijheid van religie; het is niet aan mij om te bepalen of God bestaat en ook niet welke religie iemand anders steun biedt in het leven.

 

 

Het gaat een liberaal erom dat mensen in staat zijn om zich vrijelijk te ontwikkelen en hun talenten te ontplooien. Als mensen hierbij steun voelen van de Fraanjekerk, de Doorbrekers, de moskee of het atheïsme is het hen vrij om hier steun te zoeken. Als liberaal gun ik een ander de vrijheid om keuzes te maken zonder dat het persé mijn eigen keuze is. Dat is ook de reden dat liberalen het belangrijk vinden om iedere vermenging van religie en overheid te vermijden: de overheid is in alles neutraal ten opzichte van al haar burgers. Dat dringt ze dan wel op.

 

Element 2: vrijheid van jou naar mij

Een cruciaal element in de gedachte om een ander vrijheid te gunnen is de wederkerigheid: als jij anderen vrijheid gunt en anderen gunnen het jou niet, dan loop je vast. Daarbij is het beperkend dat liberalen de enigen zijn, die overtuigd zijn van de beperking van een overtuiging. Anderen delen dit rijke inzicht niet.

 

Dit is wat zich in deze situatie voordoet bij de christelijke partijen in de Barneveldse gemeenteraad: zij zijn zo overtuigd van hun geloof, dat ze ook bereid zijn om dit op te dringen aan anderen. De tekst in het openingsgebed: “… opdat onze besluiten mogen strekken <…> tot verheerlijking van Uw naam” of het slotgebed: “…en wil vergeven al hetgeen niet was tot verheerlijking van Uw naam” is behoorlijk dwingend en dan mag iedere raadsvergadering alles vergeven worden dat door de VVD is ingebracht, want een liberale partij bemoeit zich uit principe niet met religie. Dat maakt de aanwezigheid van liberalen tijdens het ambtsgebed ook dubbel.

 

Element 3: kiezen tussen vrijheden

De principiële vraag is tenslotte wat een liberaal doet wanneer hij een ander wel vrijheden gunt en die ander dringt zijn vrijheid aan hem op. Toen ik als oud-Zwollenaar voor het eerst bij een raadsvergadering in Barneveld was, viel ik zowat van mijn stoel van verbazing. Dit neemt niet weg dat ik het belangrijker vind om een ander zijn vrijheid te gunnen dan die ander persé mijn mening te willen opdringen. Ik wil ook Pro’98 niet opdringen dat zij anderen hun overtuiging niet mogen verkondigen. Als ik mijn principes helder overeind houd dan zullen anderen op enig moment de rijkdom hiervan inzien; het opdringen van een mening heeft nog nooit gewerkt.

 

Met liberale groeten,

 

 

Peter Lamberts