In de politiek maak ik altijd onderscheid tussen twee fases. In de eerste fase ga je op een verhoging staan en spiegel je de mensen jouw toekomstdromen voor. Je vraagt om hun vertrouwen en als het goed gaat is het een warm bad vol met mensen, die het met je eens zijn en tegen je op kijken. In de tweede fase kom je in de arena van de politiek. Daar kom je allemaal andere mensen tegen, die ook op een verhoging hebben gestaan en ook veel vertrouwen hebben gekregen van andere mensen om andere plannen te verwezenlijken. Uiteraard vind jij dat veel minder goede plannen, maar zij vinden jouw plannen veel minder goed. En dan begint het pas echt.
Samen met je achterban.
De eerste fase wordt steeds meer het terrein van de lokale partijen. Zowel in de raad als in de samenleving kom je gewoon overal partijen als Lokaal Belang tegen. Je mag chagrijnig denken dat het beeldvorming is, maar zelfs die beeldvorming zie je niet zo bij andere partijen. Tegelijkertijd is ons Barneveldse Lokaal Belang gewoon overal: geen vrachtverkeer door Garderen, een busverbinding met Terbroek, geen windmolens her en der en bij festivals in de verschillende kernen: overal staan ze en hebben ze direct contact met (veel) burgers. Toen Mijntje tijdens de politieke avond in het Schaffelaartheater werd aangesproken, omdat ze een keer niet op een bepaalde avond aanwezig was was ze oprecht verbaasd. Wij niet: het was namelijk een besloten avond!
Samen met andere partijen.
Fase één is dus dik voor elkaar. Hoe zit het dan met fase twee: de samenwerking met andere politici? Daar is de houding ook helder: als je overtuigend bent van het gelijk van je eigen verhaal hoe kan er dan iets kloppen van een ander verhaal? Volgens mij smeekt zo langzamerhand ieder raadslid om vooral niet het woord te hoeven voeren: regelmatig tel ik ruim 50% interrupties op sprekers in de raadsvergadering (ongeacht over welk onderwerp het gaat). Ieder niet-Lokaal Belang raadslid wordt consequent doorgezaagd op de eigen mening en ik kan me voorstellen dat ze hier geen vrienden mee maken. De SGP en de ChristenUnie kunnen zich bij hun overtuiging in ieder geval nog beroepen op de Bijbel en ook zij zagen anderen niet zo door.
Bijzondere succesverhalen door ander lokalo’s.
Het is dus afwachten hoe het de komende jaren zal gaan nu de kiezer Lokaal Belang ruimhartig heeft beloond voor hun onvermoeibare inzet. In ieder geval kan ik vanuit andere gemeentes onze raadsfracties waarschuwen: er is geen geijkte tactiek, die vat heeft op lokale partijen in het algemeen. Hier 3 voorbeelden:
Voorbeeld 1: de nederlagenstrategie
Door het hele land zijn succesvolle lokale partijen fel tegen windenergie. In Zwolle heeft Swollwacht als collegepartij wel ingestemd met de komst van windmolens. Ze zijn gehalveerd. In Veendam heeft de lokale partij in het college tegenstand geboden. Net zoals Arjan Korevaar voorspelde heeft de provincie Groningen de komst van windmolens doorgedrukt. Desondanks is de lokale partij in Veendam verder gestegen. Waar de nederlagenstrategie in de regel funest is voor een politieke partij werkt het voor lokale partijen uitstekend.
Voorbeeld 2: integriteit
Jarenlang is mijn eigen clubje gebukt gegaan onder integriteitskwesties. Jaar na jaar stonden we bovenaan de lijstjes met dit probleem. Dit is inmiddels hard aangepakt (en terecht!) en inmiddels zijn we ingehaald door anderen. Wie staat er nu op 1? Inderdaad de lokale partijen en op hen heeft het geen vat. Het meest duidelijk komt dit naar voren in Roermond waar Jos van Rey (waar het voor de VVD allemaal qua integriteit mee begon) ondanks een veroordeling door de rechter gewoon wederom een klinkende overwinning heeft behaald met zijn lokale partij. Partij-De Mos in Den Haag doet precies hetzelfde en er zijn veel meer kleinere voorbeelden waaruit blijkt dat lokale partijen geen last hebben van integriteitsproblemen.
Voorbeeld 3: boycotten heeft totaal geen zin
Of je ze nou boycot of omarmt: lokale partijen blijven gewoon doorgroeien (zolang ze maar niet de steven keren zoals Swollwacht in Zwolle deed). Het allermooiste voorbeeld is Barendracht. Daar had één lokale partij (Echt voor Barendrecht) 14 van de 29 zetels veroverd met een zeer negatieve campagne. De andere partijen hadden zoveel weerzin tegen de betreffende partij dat de 15 overige raadsleden ondanks de meest uiteenlopende standpunten samen een college gingen vormen. Bij de laatste verkiezingen heeft de partij nu 20 van de (inmiddels) 33 zetels gehaald.
De conclusie mag dus zijn dat wanneer een partij een hechte band heeft met haar achterban alle traditionele problemen niet meer tellen. Het lijkt er op dat vooral lokale partijen de kracht hebben om deze band met de burger om te zetten in een magnetische aantrekkingskracht op de kiezer. Het is nu afwachten of ons eigen Lokaal Belang de koers van de collega’s in Veendam of de koers van de collega’s in Zwolle volgt.
Peter Lamberts
Columnist de 3e helft