De fractie van de VVD wil op grond van artikel 42 van de Organisatieverordening van de gemeenteraad het college een aantal schriftelijke vragen stellen over een schadeclaim van bewoners uit de wijken waar ‘vervuilde grond’ zou zijn toegepast.
Uit verschillende media heeft de fractie van de VVD vernomen dat de bewoners uit de wijken waar vervuilde grond zou zijn toegepast een schadeclaim voorbereiden. De bewoners worden in hun voorbereiding bijgestaan door advocaat Pieter Huitema. In een artikel uit de Barneveldse krant van 28 november spreekt Huitema over ‘500 tot duizend getroffen adressen.’ De schadeclaim zou in eerste instantie gericht zijn tegen Vink en de provincie, echter zou ook de rol van de gemeente Barneveld onderzocht worden. Op basis van deze vernomen feiten stellen wij de volgende vragen:
1. In de Statenvergadering van de Provincie Gelderland van 14 november jl. beweert gedeputeerde Bieze dat de provincie enkel toezicht houdt op de grondbalans (de grondstromen in- en uit de grondbank) van Vink en dat de gemeente Barneveld verantwoordelijk werd voor de desbetreffende partij grond op het moment dat deze partij de grondbank van Vink zou hebben verlaten. Hoe kijkt het college aan tegen deze bewering en waar ligt volgens hen exact de verantwoordelijkheid van de gemeente?
2. Wat valt de gemeente te verwijten omtrent de onterechte toepassing van vervuilde grond in woonwijken en hoe groot is in uw ogen de kans dat de schadeclaim aan de gemeente Barneveld zal worden
gericht?
3. Is het college het met ons eens dat de financiële gevolgen van een potentiële schadeclaim zouden moeten worden opgenomen in de risicoparagraaf van de conceptbegroting?
Aanvullende vragen.
Wij hebben gisteravond met grote belangstelling gekeken naar de uitzending van Zembla, na deze uitzending vanmiddag nog eens in alle rust kritisch onder de loep te nemen zijn er bij ons nog enkele vragen ontstaan; en wij zouden deze vragen dan ook graag, op grond van artikel 42 van de Organisatieverordening van de gemeenteraad, willen stellen:
1. Uit het DAT-rapport blijkt dat het proces van grondtoepassing van grondwinning, tot reiniging tot toepassing in onder andere woonwijken, in handen is van de holding Vink. Dit bemoeilijkt het
toezicht op het proces. Daarnaast is gebleken dat administratieve fouten zijn gemaakt en dat partijen gereinigde grond gemengd kunnen worden met partijen grond die nog niet gekeurd zijn. Op basis
van deze constateringen vragen wij ons ten zeerste af of het (administratieve) stelsel dat de kwaliteit van grond controleert nog wel betrouwbaar is. Met name wanneer het gaat om grond afkomstig
uit de grondbank van Vink.
Kan het college ons verzekeren dat wij nog steeds mogen uitgaan van de betrouwbaarheid van de gegevens over de kwaliteit van de grond die de afgelopen jaren in Barneveld is toegepast?
2. Mocht u niet zeker zijn van de betrouwbaarheid van de gegevens over de grondkwaliteit, moeten wij dan vrezen dat de partij grond van 10.000 ton waar de discussie op dit moment over gaat,
niet de enige partij grond is die onterecht is toegepast in onze gemeente?
3. In de uitzending wordt het volgende beweerd: “we (Zembla) komen erachter dat de provincie naar aanleiding van onze vragen de gemeente Barneveld heeft ingelicht. De gemeente wil zo snel
mogelijk de bewoners van Barneveld op de hoogte stellen.” (Zembla uitzending, 28 november, 22:54). Klopt deze bewering, en zo ja, waarom beweerde wethouder Hans van Daalen dan in de commissie van
9 november jl. dat de gemeente onafhankelijk van Zembla naar buiten zou zijn getreden?
4. De provincie zou nog een rapport in handen hebben waarin staat dat Vink 80 overtredingen zou hebben begaan in het kader van asbest. Is het college het met ons eens dat zo’n rapport over asbest
cruciale informatie kan bevatten? En zo ja, zijn zij bereid om er alles aan te doen om dit rapport in handen te krijgen en dit, desnoods onder geheimhouding, met de raad te delen?